Klokketoren


Op zondag 28 Mei 1939 (Eerste Pinksterdag) werd ’s morgens in de Vuursche een nieuwe luidklok in gebruik genomen. Daarbij was ook aanwezig de op 4 december 1868 te Amsterdam geboren toonkunstenaar Jacob Vincent, een koopmanszoon, die deze klok aan de Hervormde Gemeente had aangeboden als aandenken aan zijn vrouw Geertruida Johanna Meier, overleden op 20 juli 1938 en begraven bij de kerk in Lage Vuursche. Op het staande grafmonument is een luidbel gegraveerd. Jacob Vincent heeft met zijn gezin, waarvan ook de bekent geworden zangeres Jo Vincent deel uitmaakte, menige vakantie in Lage Vuursche doorgebracht. Hij trad op 1 Maart 1900 in dienst als beiaardier van het koningklijk paleis op de Dam in de hoofdstad. Ook in Monnickendam en Weesp is hij als beiaardier werkzaam geweest, terwijl hij tevens kerkorganist was. Hij overleed op 22 feb. 1953 in het Academisch ziekenhuis in Utrecht. En is begraven in Bilthoven op Den en Rust.Additioneel artikel 6 tot de acte van staatsregelingen (1798) voor het Bataafse Volk bepaalt o. a. dat de kerktorens en klokken ”met derzelver huisingen”, worden verklaard, eigendom te zijn en te blijven der Burgelijke Gemeenten , staande ten allen tijde onder derzelver beheering en onderhoud. Krachtens een overeenkomst van 1939 zijn toren en uurwerk door de gemeente Baarn, zijnde rechtsopvolger van de gemeente in De Vuursche, in eigendom overgedragen aan de hervormde gemeente in De Vuursche, onder voor beide partijen gunstige voorwaarden. De toren dateert evenals het kerkgebouw uit het jaar 1659. Hoewel geluidshinder een beproeving van onze tijd is. zal een ieder die het klokje hoort luiden deze beproeving glansrijk kunnen doorstaan.